zaterdag, juli 22, 2006

dag 8: Villafranca naar O Cebreiro








De reis begint
daar waar je nu staat
Begin van de lange moeilijke klim
- stap voor stap -
....
Enkel het nu is er en
iedere stap die je zet is heilige grond
die je energie geeft voor de volgende stap.

Het is goed even in het eigen hart te kijken. Elke ochtend leest iemand een stuk voor van een tekst die door een deelneemster van een vorige tocht geschreven is. De overlevering gaat voort.

Het dagelijks versassen van bagage wordt stilaan routine. Valies, ontbijt, bus, schoeisel ... de volgorde wisselt maar de kern van het ritueel blijft: je klaarmaken voor de tocht. Hoe hoog, hoe zwaar, hoe heet, waar is er water, waar is er rust. Vragen die elke Pelgrim zich elke dag weer stelt.
De tempeliersstad Ponferrada laten we achter ons. Nadat we in de refuge van Villafranca door een Gentse Schone bedient worden kiezen we resoluut voor de Camino Duro: de moeilijke weg naar ons einddoel. Er is ook een gemakkelijker stuk, maar dan moet je erg lang langs brandend asfalt lopen. Een steile klim dus, tot een kastanjebos. A! hier vinden al die varkens voeding voor de bekende Pata Negra! Onderweg zijn we getuigen van het warme en dorre Spanje. Het landschap werd vorig jaar geteisterd door hevige bosbranden. Toen stapte je met de geur van verbrand hout en verschroeide aarde in je neus. Een warm land heeft ook zo zijn keerzijde.
Nu zien we nog veel as. Maar de natuur herpakt zich snel. Her en der zijn er reeds nieuwe tekens van groen leven. Via scherpe bochten wringen we ons naar het dal: Trabadelo. De refuge lijkt dood, maar de wereld ligt aan onze voeten want de pc staat eenzaam te ronken. Het internet verbindt ons met het thuisfront.
Deel twee van de dag brengt ons naar O Cebreiro. Het Keltenland lonkt; het dorre ruimt plaats voor het groene van Galiciƫ. De groentenschuur van Spanje... Eerst is er bijna smeulend asfalt - spaanse hitte doet alles smelten! Het is de oude Caminoweg die ons naar O Cebreiro voert. Een steile weg, niet voor doetjes, maar dat zijn Santiagogangers dan ook niet. En de groep bloeit elk moment open. De moeizame stappers van het eerste uur ontpoppen zich als dartelende vlinders van steen tot steen. Steil is de weg, eerst grote stenen, door boerendorpen waar de tijd bleef stille staan. Maar in een prachtige eenheid met de natuur. De koeienstront moesten we erbij nemen. Alles heeft zo zijn prijs!
Resultaat van de inspanning: een prachtig zicht rondom ons. En het pintje moesten we zelf halen!